We leven toch niet meer in de vorige eeuw!

Veel organisaties zijn ingericht volgens het hiërarchisch organisatiemodel, ook wel ‘de hark’ genoemd. Dit model is begin vorige eeuw in Amerika is geïntroduceerd en oorspronkelijk bedoeld voor productiebedrijven. Deze organisatievorm had, samen met termen als standaardisatie, werkinstructies, tijdnormen en afgebakende functies, tot doel om een zo hoog mogelijke efficiëntie te bereiken. In die tijd had men te maken met veel ongeschoolde immigranten. De veronderstelling was dat een mens van nature lui was, dus moest sturen en controleren. Men zag de arbeider als een niet-denkend wezen die puur uitvoerende taken moest hebben. De baas had de kennis en het gezag. Hij wist hoe het moest. De bedrijven bepaalden hoe het aanbod op de markt eruit zag.

We leven inmiddels in een heel andere tijd. De meeste productiebedrijven zijn verplaatst naar lage lonen landen en veel bedrijven richten zich nu op dienstverlening of zijn dienstverlenend ingesteld. Vraag en aanbod veranderd razendsnel en de markt wordt gedomineerd door de consument. Het gemiddelde opleidingsniveau is hoog. Onze jongeren zijn gewend om via het internet aan alle benodigde informatie te komen. Ze hebben geleerd een eigen mening te hebben en nemen niet meer klakkeloos aan wat hun chef zegt.

In 100 jaar is er veel veranderd. Maar hoe kan het dan dat veel organisaties nog steeds werken met organisatiemodel van begin vorige eeuw? ‘De hark’ is nog steeds het meest gebruikte organisatiemodel! Elke ondernemer roept dat innovatie belangrijk is om te kunnen overleven in deze tijd. Maar men heeft het dan meestal over ‘technologische innovatie’; het vernieuwen van producten, middelen en processen.

Echt innoveren kan pas als je ook werk maakt van ‘sociale innovatie’; het ontwikkelen van andere vormen van samenwerken, managen en organiseren. De mens is niet langer een productiemiddel die ‘in een functie wordt geperst’. Vaste functies worden flexibele rollen die per project kunnen verschillen. Zelfsturende teams nemen besluiten die voorheen waren voorbehouden aan de manager. Vaste werkplekken worden flexplekken of thuiswerkplekken. Werk wordt een maatpak, waar talentontwikkeling en individuele wensen een centrale plek krijgen.

Om snel in te kunnen spelen op de ontwikkelingen moeten organisaties flexibel en wendbaar zijn. ‘De hark’ als organisatiemodel zal daarom in veel gevallen plaats maken voor nieuwe flexibele vormen. Dat is hard nodig, want we leven immers niet meer in de vorige eeuw.

Hoe is dit in jouw bedrijf?

Hans van Groesen

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *